Monniken en het recht wapens te dragen in de middeleeuwen

Helaas zullen mensen die dit lezen het zien als een aanval op de kerk of het geloof,
echter is dit slechts een aanval op geschiedvervalsing en onwetendheid .

Het is een mythe en fabel dat men in het algemeen aanneemt dat monniken en andere geestelijke geen wapens mochten dragen, zich zelf niet mochten verdedigen en last but not least geen bloed mochten trekken

Ik zelf wordt regelmatig er op aangesproken door mensen die “heilig “ overtuigd zijn dat dit zo is en ik dus historisch niet correct zou zijn met het dragen van een wapen als ik in kostuum ben

Je kan het die mensen niet echt kwalijk nemen omdat de kerk maar zeker de auteurs van geschriften sinds de 17e eeuw, telkens weer zelf niet het juiste verhaal weergeven
en daarnaast, omdat de mensen graag het geromantiseerde beeld van de altijd vredelievende monnik, in stand wenst te houden.

( overigens, hoezo vredelievend ?? bij elke uitgebreide marteling en executie in de tijd van de heksen vervolging waren geestelijken actief betrokken en zelfs leidend ‘En zelfs in onze eigen geschiedenis betrokken bij wat we nu misdaden zouden noemen )

Helaas is het dus zo dat veel mensen met een beeld van de middeleeuwse monnik of geestelijke leven, die van geen kant klopt

Met directe toestemming om zo veel en op welke manier ik dan ook wens, werken van Lawrence G. Duggan te citeren, zal ik proberen een en ander te verduidelijken

Lawrence G. Duggan
geboren  1944
onder anderen Professor of History, University of Delaware, Newark
specializes in the later Middle Ages, Renaissance, and Reformation, with an emphasis on church and German history.
oa the author of:
-Armsbearing and the Clergy in the History and Canon Law of Western Christianity (Boydell, 2013).
-Bishop and Chapter: The Governance of the Bishopric of Speyer to 1552 (Rutgers, 1978).

 

Gedurende het pontificaat van Alexander III (1159-81) en zijn opvolgers , onder welke onder andere de vijf meest bekende militaire ordes Pauselijke goedkeuring verkregen, (Hospitallers pari passu)

Werd het cruciale principe geaccepteerd dat in overeenstemming met het natuurlijke en Romeinse recht, om geweld met geweld te bestrijden (vim vi repellere), geestelijken geweld toe konden passen, en wapens konden dragen, maar wel voor defensieve of legitieme doeleinden zij het lijf en haard of kerkelijk bezit

Nergens wordt daar gesproken over welke wapens zij mochten dragen of dat zij wel of niet mochten doden, laat staan een uitspraak over “bloed trekken “
Dit bleef zo in de Romeins katholieke kerk wet, voor 700 jaar

Pas tussen 1240 and 1268 komen er In England, enkele regels welke dan enigszins ingaan op welke soort wapens, maar dit zo vaag dat ook daar geen conclusie aan is te verbinden
te weten het toestaan van defensieve wapens en uitsluiten van aanvalswapens.
Maar ook dan nog hebben we het hier over de Engelse kerk. ( Cardinal Ottobono)

De mythe dat de engelse kerk altijd het dragen van wapens zou hebben verboden komt zo te zien uit 1713 Codex juris canonici anglicani
En de invloed van die codex was zo groot dat de geleerde “moderne “ editors van de wetgeving van de “medieval English Church, F. M. Powicke and Christopher Cheney “ geheel voorbij gingen aan wat gebeurde in 1268

en de mythe was daarmee een feit geworden

700 jaar lang is er geen wet of regel die een geestelijke of monnik verbied wapens te dragen, of zich met ( zelfs dodelijk ) geweld te verdedigen
tot dat PAS IN  in 1918 men de canon van de 12de eeuw gaat herzien, in 1918 specifieert men dat geestelijken geen wapens mogen dragen tenzij er gerechtigde vrees is En in 1983 sleutelt men nog wat verder

Kort samen gevat was en is er geen ronduit verbod op het dragen van wapens door geestelijke van de 12e eeuw tot 1918, en zelfs nu is dat geen absoluut verbod.

 

Bron Armsbearing and the Clergy in the History and Canon Law of Western Christianity by Lawrence Duggan

On the matter of arms-bearing by the clergy,
the Latin Church essentially forbade it until the twelfth century.

For complex reasons having to do with both the Crusades and the “crisis of Church and State” of the eleventh and twelfth centuries, from 1129 onward the papacy authorized the creation of a series of military-religious orders like the Templars and the Teutonic Knights;

and during the pontificate of Alexander III (1159-81), under whom the five major Iberian military orders received papal approbation,
the crucial principle also came to be accepted that, in accordance with the right in natural and Roman law to repel violence with violence (vim vi repellere), the clergy could employ violence, but for defensive purposes only.

Dus geen enkele uitspraak over wat voor wapens, echter alleen het doel.

By the thirteenth century, this novelty came to be registered in diocesan and provincial legislation throughout the Latin Church.1

In England, a series of statutes to this effect (allowing defensive but prohibiting offensive arms) was enacted between 1240 and 1268, culminating in a legatine council in that year presided over by Cardinal Ottobono (the future short-lived Pope Adrian V of 1276), and again in supplementary statutes for the diocese of London sometime in the 1280s.2

Since then, however, this matter has effectively never again been the subject of direct legislation at any level in the later history of the Church in England nor, after the introduction of Reformation and the break with Rome in the 1530s, the subsequent history of the Church of England.3

Yet for intricate reasons, the myth later developed (probably originating with the highly influential Codex juris canonici anglicani [1713] of Bishop Edmund Gibson [1669-1748])
that the Church in and of England has always forbidden clerical arms-bearing,
a myth so powerful that it prompted the learned modern editors of the legislation of the medieval English Church, F. M. Powicke and Christopher Cheney, to err in their understanding of what happened in 1268,
where the legatine council undoubtedly forbade only arms of aggression. It is significant that when a 16-page pamphlet was published anonymously in Bath in 1798 on the clergy and military service, the author, a country curate, cited not a single ecclesiastical law forbidding military service or armsbearing, but only alluded vaguely to “the Laws and customs of this Kingdom” and, in a Postscript, thanked the Lord Bishops for their “disapprobation” of such “improper” behavior.